Capo (Engels: Capo) wordt gebruikt om de toon van de gitaar aan te passen, is een veelgebruikt hulpmiddel bij het folkgitaarspel, kan tijdens de transpositie worden onderdrukt om de melodie het overeenkomstige interval te laten vergroten, zodat deze in harmonie is met de de stem van de zanger, en spelen met de originele vingerzettingsmethode vermindert de moeilijkheidsgraad van de transpositie aanzienlijk. Nu wordt het veel gebruikt bij de uitvoering van flamencogitaar, klassieke gitaar en folkgitaar. Bij gebruik voor solotracks wordt de capo vaak tussen de eerste tot en met de vierde fret geplaatst, waarbij de hoogste frequentie in de tweede fret wordt geplaatst. Het gebruik boven de vierde fret vind je in principe alleen terug in de begeleiding.